LUXEMBURG--(BUSINESS WIRE)--Sisvel verklaart in een reactie op het oordeel van het hof van beroep van Düsseldorf aangaande een FRAND-zaak het volgende:
"Op 13 januari 2016 gaf het hof van beroep van Düsseldorf een voorlopig oordeel over zijn interpretatie van de uitspraak van het Europees Hof in de FRAND-zaak (Huawei v ZTE, 16 juli 2015, C-170/13). Daarin staat dat in het geval van het doen gelden van standaard-essentiële patenten, een rechtbank eerst moet nagaan of het initiële licentie-aanbod van de patenthouder voldeed aan FRAND, voordat het enige FRAND-verdediging op basis van een niet afdoende reactie van de overtreder verwerpt. SISVEL heeft met succes zijn twee patenten uit zijn Wireless Patent Portfolio doen gelden tegen Haier Deutschland GmbH en Haier Europe Trading SRL (Haier). Beide bedrijven zijn onderdeel van de Chinese Qingdao Haier Group. De rechtbank van Düsseldorf heeft Haier verordonneerd de verkoop van mobiele apparaten met UMTS en GPRS te staken, rekeningen te overhandigen en een schadevergoeding te betalen wegens patentinbreuk in het verleden (zaken 4a O 93/14 en 4a O 144/14, zie onze persberichten). De rechtbank stelde vast dat er sprake was van inbreuk op patenten van SISVEL en wees de verdediging van Haier op basis van FRAND af. Aangezien Haier niet tijdig had gereageerd op een licentie-aanbod van Sisvel, oordeelt de rechtbank dat een analyse van de details van het licentie-aanbod van de patenthouder en nakoming van FRAND niet nodig is. Haier heeft beroep aangetekend tegen dit besluit. Het hof van beroep in Düsseldorf bekrachtigt nu in twee uitspraken met betrekking tot de handhaving van het eerdere oordeel dat de rechtbank op het eerste gezicht terecht patentinbreuk heeft vastgesteld en voldoende aanneembaar heeft gemaakt dat de SISVEL-patenten valide zijn. Het hof van beroep stelt vast dat SISVEL het recht heeft deze vonnissen te gebruiken bij zijn schadeclaim. Echter, het gaat hier om de bekrachtiging van een vordering tot schadevergoeding of beëindiging van de inbreuk. Het hof van beroep oordeelt dat in het geval van een FRAND-verdediging een competent hof altijd expliciet moet controleren of het licentie-aanbod van de patenthouder voldoet aan FRAND. Alleen in dat geval zou het relevant zijn of de inbreukmaker tijdig heeft gereageerd op het aanbod, en voldeed aan andere criteria die de CJEU heeft opgesteld."
Deze bekendmaking is officieel geldend in de originele brontaal. Vertalingen zijn slechts als leeshulp bedoeld en moeten worden vergeleken met de tekst in de brontaal, welke als enige rechtsgeldig is.